Ik stopte met drinken

 ‘Soms moet je gewoon iets doen om te weten of het iets voor jou is’
(Evi Hanssen)

Vorige zondag was het verjaardagsfeestje voor mijn oudste zoon, hij werd vier. De familie was aanwezig en ik draafde, zoals dat meestal
gaat als je zelf een feestje geeft, van keuken naar living en weer terug met versnaperingen en drank. Ik had een flesje cava ontkurkt waar ik voor enkele familieleden en mezelf een royaal glas van had ingeschonken. Er werd vlot gebabbeld en de gasten genoten van wat ik hen voorschotelde.

De ochtend daarna leek alles een beetje vaag. Ik herinnerde me dat er honderduit gepraat werd maar de details van de gesprekken kon ik me
toch niet helemaal herinneren. En een pijnlijke brandwonde herinnerde me er aan dat ik in benevelde toestand aan de bovenkant van de oven was blijven plakken toen ik mijn quiche eruit wilde halen.

Op het werk kreeg ik vragen over mijn omzwachtelde arm. Ik antwoordde naar waarheid dat ik me aan de oven verbrand had. Dat mijn beschonken toestand daar voor iets tussen zat, hield ik voor mezelf. ’s Avonds, toen we nog samen even gezellig TV keken, merkte ook mijn zoon het verband op onder mijn mouw. Mijn verklaring beantwoordde hij met: ‘mama, je màg jezelf geen pijn doen!’ Alsof hij kwaad was op mama die mama had pijn gedaan. Het schuldgevoel
en het besef dat deze vierjarige een punt had, heb ik in een omhelzing met hem, weg geknuffeld.

Over minder dan een maand verlaat ik het onderwijs en maak ik de overstap naar volledig zelfstandige psycholoog. In de aanloop naar die switch werk ik in de weken voor de kerstvakantie ook vaak ’s avonds en in het weekend. Na een pittige werkweek en met de avondrush achter de kiezen, plof ik in de zetel. Niet veel later komt mijn partner aanlopen met mijn favoriete bier. ‘Hier, heb je verdiend na een week hard werken’, en hij zet het aangeslagen glas met schuimende kraag op het salontafeltje. Hij neemt een slok van zijn pils en zet het kommetje met paprikachips tussen ons in. Ik had me voorgenomen om op tijd te gaan slapen maar de gezelligheid met mijn partner in crime was tastbaar. Al snel werd de kroon van het volgende flesje getrokken. 

Als ik de dag erna wakker word met een kater, ligt mijn man nog naast me te slapen. Met één oog dicht lukt het me om de avond te overlopen. Plots schieten me flarden te binnen van wat een heftige discussie tussen mij en Jeroen moet geweest zijn. De aanleiding van die discussie is ergens echter ergens in de nevel blijven plakken.

Mijn partner, die me aan de ontbijttafel een straffe koffie toeschuift, doet gisterenavond af als een akkefietje. Ik verontschuldig me, laad de
winkelbakken in de auto en trek richting de supermarkt. Onderweg luister ik zoals altijd een audioboek. Halverwege de rit is het verhaal ‘Sinds ik niet meer drink’, van Evi Hanssen, afgelopen.

In de winkel erger ik me aan een parmantige vrouw, ze moet ongeveer van mijn leeftijd geweest zijn, die ostentatief zucht omdat ik niet meteen opmerk dat ze me wilde passeren. Nadat ze me op haar fijne hakjes voorbij is gekletterd, wil ik me concentreren op mijn boodschappenlijst wat me te veel moeite kost. 

En dan plots is het daar. Mijn geest is helder en voor het eerst voel ik ook de overtuiging voor wat ik al zo vaak gedacht heb, ‘ik moet stoppen met drinken’.